Bhagvad Gita

Wanneer rechtvaardigt Krishna een oorlog? – Devdutt Pattanaik

(Devutt Pattanaik is een Indiase mytholoog en auteur. Deze column verscheen voor het eerst in Economic Times op 2 oktober 2021)

  • Mahatma Gandhi betoogde beroemd dat de Bhagavad Gita moet worden gezien als een metafoor van interne oorlog, en niets met geweld te maken heeft. Westerse geleerden zeggen dat het boek precies het tegenovergestelde doet: het bevordert feitelijk geweld, en wordt daarom door Hindutva begunstigd. Om de tegenstrijdige opvattingen te begrijpen, moeten we terug naar de 19e eeuw, toen een poëtische hervertelling van de Bhagavad Gita populair werd in Europa. Edwin Arnold had ‘The Song Celestial’ gecomponeerd op basis van de Bhagavad Gita na het succes van zijn boek The Light of Asia, waarin het leven van Boeddha werd uitgelegd. Plotseling werden twee belangrijke ideeën van India populair in intellectuele kringen van Europa. Aan de ene kant stond Boeddha, de pacifist, die verlangens wilde overwinnen en een einde wilde maken aan lijden, en aan de andere kant Krishna van de Bhagavad Gita, die Arjun motiveerde om ondanks zijn weerstand een oorlog te voeren. In een tijd waarin de Britten druk bezig waren met het volgen van het verdeel-en-heers-beleid en het ondermijnen van het hindoeïsme, leverde dit opnieuw een voorbeeld op van de religie van de brahmanen als een gewelddadige onderdrukkende religie, een religie die het vredelievende boeddhisme uitroeide en oorlog bevorderde. een idee dat werd onderschreven door Babasaheb Ambedkar, die zich op veel punten tegen Gandhi verzette...

Lees ook: Wat kunnen Indiase microcons leren van eenhoorns?: Mint

Delen met