Amerikaanse economie

Enkele lessen die we kunnen trekken uit de Amerikaanse economische experimenten: Dani Rodrik

(Dani Rodrik is hoogleraar internationale politieke economie aan de John F. Kennedy School of Government van Harvard University. Deze column verscheen voor het eerst in Munt op 14 september 2021)

  • Het gesprek over het economisch beleid in de Verenigde Staten is in slechts een paar jaar tijd grondig veranderd. Het neoliberalisme, de Washington Consensus, het marktfundamentalisme – noem het hoe je maar wilt – zijn vervangen door iets heel anders. In het macro-economisch beleid hebben de angsten voor schulden en inflatie plaatsgemaakt voor een voorkeur voor overstimulering van de economie en het bagatelliseren van de risico's voor de prijsstabiliteit. Wat de belastingen betreft: de stilzwijgende berusting in een mondiale race naar de bodem is uit, en het instellen van een mondiaal minimumtarief voor multinationale ondernemingen is in. Het industriebeleid, dat tot voor kort niet eens in beleefd gezelschap ter sprake kon worden gebracht, is terug van weggeweest. De lijst gaat verder. Terwijl de modewoorden in het arbeidsmarktbeleid vroeger deregulering en flexibiliteit waren, gaat het nu alleen maar over goede banen, het herstellen van onevenwichtigheden in de onderhandelingsmacht en het versterken van werknemers en vakbonden. Big Tech- en platformbedrijven werden vroeger gezien als een bron van innovatie en consumentenvoordelen; nu zijn het monopolies die moeten worden gereguleerd en mogelijk moeten worden opgebroken. Het handelsbeleid draaide helemaal om de mondiale arbeidsverdeling en het streven naar efficiëntie; nu gaat het om veerkracht en het beschermen van binnenlandse toeleveringsketens…

Lees ook: Wat betekenen eenhoorns voor de economie?: Renu Kohli

Delen met