(Coomi Kapoor is journalist en auteur van The Tatas, Freddie Mercury and Other Bawas: An Intimate History of Parsis. De column verscheen voor het eerst in de gedrukte editie van The Indian Express op 11 oktober 2021)
- Toen het nieuws over de overname van Air India door de Tata's zich verspreidde, overspoelden pittige grappen over ghar wapasi, 'airlooms' en 'Tata betekent niet altijd vaarwel' de sociale media. De stemming was overweldigend sentimenteel: een eeuwig zieke luchtvaartmaatschappij was teruggekeerd naar haar roots en wachtte erop om weer gezond te worden. Hoewel de verkoop van Air India een grote stimulans is voor de desinvesteringsdrang van de overheid, vroegen sommigen zich af of de investering, in een tijd waarin de luchtvaartindustrie in het slop zit, wel verstandig was voor de Tata's. De deal droeg duidelijk het stempel van voorzitter emeritus van de Tata-groep, Ratan Tata, 83, een ondernemer met een reputatie voor gedurfde gokpartijen, niet geremd door de bottom line, bij het verwerven van grote merken, of het nu gaat om overbieden voor de Engels-Nederlandse industriële reus, Corus Steel, of de aankoop van Jaguar Land Rover toen de automarkt in een dip zat.
